



De jeugd van Leon wordt gekenmerkt door jaren van kilte.

Op een kerkhof wordt een begrafenisceremonie gehouden terwijl twee mysterieuze individuen het gebeuren nauwlettend bekijken.

Na een lange reis bereikt makelaar Renfield eindelijk Transsylvanië, maar het laatste stukje richting het kasteel van Graaf Dracula verloopt uiterst...

Organiste Mary Henry zit met twee vriendinnen in de wagen van haar trip te genieten tot het gezelschap uitgedaagd wordt aan een dragrace deel te nemen.

In opdracht van de SS moet hoerenmadam Kitty haar befaamde bordeel Salon Kitty elders gaan uitbaten.


18/02/2013
The Hunchback of Notre Dame (1939)

William Dieterle
Na diverse periodes van onrust en oorlog lijkt Parijs klaar te zijn om de metropool bij uitstek te worden.
Echter zijn de machthebbers niet echt tuk op de op til zijnde veranderingen en moderniseringen. Vooral Frollo, een gevreesde rechter en adviseur van koning Louis XI, vreest voor een zekere verloedering en onderneemt krampachtige pogingen om het volk onder de knoet te houden. Zo is hij onder andere hevig gekant tegen de drukpers en mogen zigeuners Parijs niet betreden op straffe van vervolging. Wanneer Esmeralda tijdens het jaarlijkse Feast of Fools toch weet binnen te glippen, trekt ze onmiddellijk de aandacht van niet een maar wel vier verschillende mannen. Eentje onder hen is de dove, gebochelde en in het aangezicht misvormde Quasimodo, ooit als zuigeling door Frollo ontdekt op de trappen van de imposante Notre Dame en later aangesteld tot klokkenluider ervan. Vooral het steeds sneller slaande hart van Quasimodo's voogd blijkt ongeziene proporties aan te nemen. Zijn ontluikende gevoelens voor de sensuele Esmeralda maken al snel plaats voor jaloezie en leiden zelfs tot moord, maar dat brengt hem in nauwe schoentjes waarna er voor hem slechts een mogelijke oplossing kan zijn: de zigeunerin moet sterven!
Wanneer je even de tijd neemt om na te gaan wat voor verschillende producties in zowel film, theater, televisie, ballet,… hun oorsprong kennen in het meestwerkje van Victor Hugo begin je te duizelen. Dit gezegd zijnde is het weliswaar 'jammer' dat het tot 1966 duurde vooraleer de figuur Quasimodo wereldwijd voor velen een gezicht kreeg door de Disney bewerking van de gekende roman. Hoewel zeker niet de slechtste tekenfilm uit de Mickey Mouse-stal, was die eerder gebaseerd op de verfilming uit 1939 dan op de papieren oervader. Wanneer we enkel een blik werpen op de lijst aan movie adaptations werden de personages van Esmeralda en de gebochelde voor het eerst op het witte doek geprojecteerd in 1905, maar was het wachten op de versie uit 1923 (met een indrukwekkende Lon Chaney) om van een echt succes te spreken. Deze laatste adaptatie uit de stomme filmperiode bleek op alle vlakken indrukwekkend en bracht maar liefst drie miljoen dollar op. RKO Radio Pictures deed er dan ook alles aan om in 1939 een nog grootsere en betere verfilming op de wereld los te laten.
En daar slaagden ze ook in. Met een budget van bijna twee miljoen dollar, waarvan er 250.000 gespendeerd werd aan een indrukwekkende replica van de Notre Dame, werd werkelijk niets aan het toeval overgelaten. Zo besloot men geen enkele beeltenis van ster Charles Laughton (Mutiny on the Bounty, Salome, Spartacus) als Quasimodo op voorhand te tonen om de shock bij de eerste reveal niet in het gedrang te brengen, werden er meer dan 2.500 pruiken gebruikt voor de talloze figuranten,… De make-up van Perc Westmore, waarvoor Laughton dagelijks twee uur en half moest uitrekken, bleek trouwens niet minder dan impressionant. Getuige daarvan bijvoorbeeld de scène waarin Quasimodo's bovenkledij van zijn lichaam wordt gescheurd om daarna publiekelijk zweepslagen toegediend te krijgen. Een absolute box-office hit was het gevolg al kan je zeker niet van de meest getrouwe adaptatie ooit spreken. Die eer is weggelegd, toch als je kijkt naar het einde van eender welke verfilming, voor het Franse Notre-Dame de Paris uit 1956 met Anthony Quinn als Quasimodo en Gina Lollobrigida in de rol van Esmeralda.
Fascinerend hier is trouwens de continue seksuele (onder)toon, iets wat wel vaker te ontdekken viel in de periode 1930-1950. Hoewel de Motion Picture Production Code (of Hays Code), de eerste vorm van censuur, ingevoerd werd in 1930 en een pap in de brokken had in de productie van bijvoorbeeld Dr. Jekyll and Mr. Hyde uit 1941, komt The Hunchback of Notre Dame met veel weg. Het feit alleen al dat vier verschillende mannen interesse tonen in Esmeralda (Maureen O'Hara, toen 19 jaar oud en op vraag van Laughton gecontacteerd voor de rol) is opmerkelijk, maar sommige stukken dialoog of handelingen zijn bijzonder expliciet voor die tijd. Zo staart Frollo (Cedric Hardwicke) op zeker moment een tiental seconden zonder verpinken naar de boezem van de vrouwelijke protagoniste of zegt het personage van Alan Marshal (Captain Phoebus) dat hij niet weet of zijn gevoelens voor haar er de volgende dag nog zullen zijn, hintend op een one-night stand.
Charles Laughton speelt bovendien de pannen van het dak en blijft voor mij de meest memorabele Hunchback to date. Zijn kroning tijdens het Feast of Fools is een knap staaltje lichaamstaal, maar me echt wegblazen deed hij in het stukje waarin hij voor een rechter moet verschijnen om zich te verantwoorden voor de zogezegde ontvoering van Esmeralda. De ganse cast doet het trouwens goed, enkel met Edmond O'Brien (die hier zijn filmdebuut maakt als Pierre Gringoire) had ik het soms wat lastig. Gringoire is namelijk een poëet die maar niet au sérieux wordt genomen en door zijn beroepskeuze nogal theatraal voor de dag komt, echter vloekt die invulling soms wat ten opzichte van de andere personages. Aan de andere kant tekent hij samen met Clopin (Thomas Michel), leider van de Parijse dievengilde, wel voor een van de grappigste stukken in de film.
De Duitse regisseur William Dieterle (The Story of Louis Pasteur, The Life of Emile Zola, The Devil and Daniel Webster) wist niet alleen door middel van zijn shotkeuze de grandeur van deze productie extra in de verf te zetten, hij verwerkte er ook wat actuele thema's in. Rekening houdend met het jaar waarin de film werd gereleased, is het niet geheel toevallig om als kijker de link tussen het ontbolsterende Nazisme en de jacht op de zigeuners te leggen. Absoluut smullen is zijn visie op het gebruik van schaduwen om de toon van de film kracht bij te zetten. Het beste voorbeeld hiervan is het moment waarop Gringoire 's nachts kennis maakt met de talrijke bedelaars en dieven van Parijs. Deze versie is ontegensprekelijk de beste verfilming van Victor Hugo's roman en de eerste verfilming waar volwassenen aan moeten denken. De Disney prent houdt u maar voor uw kinderen.
Wanneer je even de tijd neemt om na te gaan wat voor verschillende producties in zowel film, theater, televisie, ballet,… hun oorsprong kennen in het meestwerkje van Victor Hugo begin je te duizelen. Dit gezegd zijnde is het weliswaar 'jammer' dat het tot 1966 duurde vooraleer de figuur Quasimodo wereldwijd voor velen een gezicht kreeg door de Disney bewerking van de gekende roman. Hoewel zeker niet de slechtste tekenfilm uit de Mickey Mouse-stal, was die eerder gebaseerd op de verfilming uit 1939 dan op de papieren oervader. Wanneer we enkel een blik werpen op de lijst aan movie adaptations werden de personages van Esmeralda en de gebochelde voor het eerst op het witte doek geprojecteerd in 1905, maar was het wachten op de versie uit 1923 (met een indrukwekkende Lon Chaney) om van een echt succes te spreken. Deze laatste adaptatie uit de stomme filmperiode bleek op alle vlakken indrukwekkend en bracht maar liefst drie miljoen dollar op. RKO Radio Pictures deed er dan ook alles aan om in 1939 een nog grootsere en betere verfilming op de wereld los te laten.
En daar slaagden ze ook in. Met een budget van bijna twee miljoen dollar, waarvan er 250.000 gespendeerd werd aan een indrukwekkende replica van de Notre Dame, werd werkelijk niets aan het toeval overgelaten. Zo besloot men geen enkele beeltenis van ster Charles Laughton (Mutiny on the Bounty, Salome, Spartacus) als Quasimodo op voorhand te tonen om de shock bij de eerste reveal niet in het gedrang te brengen, werden er meer dan 2.500 pruiken gebruikt voor de talloze figuranten,… De make-up van Perc Westmore, waarvoor Laughton dagelijks twee uur en half moest uitrekken, bleek trouwens niet minder dan impressionant. Getuige daarvan bijvoorbeeld de scène waarin Quasimodo's bovenkledij van zijn lichaam wordt gescheurd om daarna publiekelijk zweepslagen toegediend te krijgen. Een absolute box-office hit was het gevolg al kan je zeker niet van de meest getrouwe adaptatie ooit spreken. Die eer is weggelegd, toch als je kijkt naar het einde van eender welke verfilming, voor het Franse Notre-Dame de Paris uit 1956 met Anthony Quinn als Quasimodo en Gina Lollobrigida in de rol van Esmeralda.
Fascinerend hier is trouwens de continue seksuele (onder)toon, iets wat wel vaker te ontdekken viel in de periode 1930-1950. Hoewel de Motion Picture Production Code (of Hays Code), de eerste vorm van censuur, ingevoerd werd in 1930 en een pap in de brokken had in de productie van bijvoorbeeld Dr. Jekyll and Mr. Hyde uit 1941, komt The Hunchback of Notre Dame met veel weg. Het feit alleen al dat vier verschillende mannen interesse tonen in Esmeralda (Maureen O'Hara, toen 19 jaar oud en op vraag van Laughton gecontacteerd voor de rol) is opmerkelijk, maar sommige stukken dialoog of handelingen zijn bijzonder expliciet voor die tijd. Zo staart Frollo (Cedric Hardwicke) op zeker moment een tiental seconden zonder verpinken naar de boezem van de vrouwelijke protagoniste of zegt het personage van Alan Marshal (Captain Phoebus) dat hij niet weet of zijn gevoelens voor haar er de volgende dag nog zullen zijn, hintend op een one-night stand.
Charles Laughton speelt bovendien de pannen van het dak en blijft voor mij de meest memorabele Hunchback to date. Zijn kroning tijdens het Feast of Fools is een knap staaltje lichaamstaal, maar me echt wegblazen deed hij in het stukje waarin hij voor een rechter moet verschijnen om zich te verantwoorden voor de zogezegde ontvoering van Esmeralda. De ganse cast doet het trouwens goed, enkel met Edmond O'Brien (die hier zijn filmdebuut maakt als Pierre Gringoire) had ik het soms wat lastig. Gringoire is namelijk een poëet die maar niet au sérieux wordt genomen en door zijn beroepskeuze nogal theatraal voor de dag komt, echter vloekt die invulling soms wat ten opzichte van de andere personages. Aan de andere kant tekent hij samen met Clopin (Thomas Michel), leider van de Parijse dievengilde, wel voor een van de grappigste stukken in de film.
De Duitse regisseur William Dieterle (The Story of Louis Pasteur, The Life of Emile Zola, The Devil and Daniel Webster) wist niet alleen door middel van zijn shotkeuze de grandeur van deze productie extra in de verf te zetten, hij verwerkte er ook wat actuele thema's in. Rekening houdend met het jaar waarin de film werd gereleased, is het niet geheel toevallig om als kijker de link tussen het ontbolsterende Nazisme en de jacht op de zigeuners te leggen. Absoluut smullen is zijn visie op het gebruik van schaduwen om de toon van de film kracht bij te zetten. Het beste voorbeeld hiervan is het moment waarop Gringoire 's nachts kennis maakt met de talrijke bedelaars en dieven van Parijs. Deze versie is ontegensprekelijk de beste verfilming van Victor Hugo's roman en de eerste verfilming waar volwassenen aan moeten denken. De Disney prent houdt u maar voor uw kinderen.

