05/01/2011
2010: het jaar van de film
Een goed bioscoopjaar, een nog betere omzet
Even 'een filmpje pakken'. De term is inmiddels een sociaal geaccepteerde uitnodiging om naar de bioscoop te gaan. Zo ook in 2010: het was een goed jaar voor film, zowel kwalitatief als kwantitatief. Dat werd duidelijk tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van alle bioscoopbonzen, die een aantal interessante cijfers openbaarden. Wat was de meest bezochte (Nederlandse) film van het jaar, en welke bracht het meeste op?

Zoals in onze grooohtste verrassingen al duidelijk werd, was dat
Avatar. Cijfers ontbraken tijdens het schrijven van onze terugblik, maar nu is bekend dat in 2010 maar liefst 1,2 miljoen mensen naar Pandora trokken. Opgeteld met de twee weken dat de film al in 2009 draaide, zijn dat 1,7 miljoen mensen. IMAX, 3D, digitale meuk en een re-release in Augustus (zie rechts) erbij opgeteld brengt dat de film op 13,3 miljoen euro. Dat is een bedrag om "u" tegen te zeggen, en dat geldt ook voor
Harry Potter and the Deathly Hallows: Part 1, dat een tweede plek inneemt met dik een miljoen bezoekers en 8,8 miljoen omzet. Op 3 vinden we met 738.000 bezoekers en een omzet van 7,3 miljoen euro
Alice in Wonderland, dat waarschijnlijk wat hulp heeft gehad van de voorjaarsvakantie en opgekrikte ticketprijzen.
De bestbezochte Nederlandse film was (en is)
New Kids: Turbo, dat vanaf zijn release van 9 december tot 30 december zo'n 730.000 mensen om

Maaskantje deed juichen. Er vielen zelfs gewonden tijdens plaatselijke steekpartijen, niet gepland uiteraard. Op 2 staat
De Gelukkige Huisvrouw met 520.600 bezoekers en op 3
Sint met 335.600. Deze cijfers laten al doorschemeren dat het aandeel van de Nederlandse film gedaald is van 17,37% in 2009 tot 15,79% in 2010. Ook de omzet daalde met een half miljoen euro. Dat gat werd echter opgevuld door internationale releases, die de totale omzet omhoog krikten van 201 miljoen naar 219 miljoen euro.

Mooie cijfers maken het uitkijken naar 2011 echter alleen maar wanhopiger, want door geslonken cultuursubsidies en toenemende piraterij begint het erop te lijken dat de industrie grote progressieve stappen moet nemen om de consument voor te zijn. Zo is de digitalisatie een belangrijk doel geworden van de Vereniging van Bioscoopexploitanten, die alle 700 schermen in Nederland aan het eind van 2012 digitaal hoopt te zien. Dat getal ligt nu nog ergens rond de 230. Voor kwaliteit hoeft niemand te vrezen, aangezien 2011 ook een aantal tentpalen brengt die de industrie meer onafhankelijk moet maken: denk aan
Sonny Boy (rechts),
Gooische Vrouwen: De Film en
Razend.
Tenslotte is het wellicht ook leuk op te merken dat festivalbezoek met 2% is toegenomen, met name dankzij het IDFA. Een minder oppervlakkige kijk op film begint ook op te treden en maakt de toekomst van onze filmindustrie alleen maar spannender. Het publiek begint te merken dat het in vele instanties simpel geld afgetroggeld wordt, wat een kwalitatief aanbod cruciaal maakt. Dat zie ik persoonlijk liever gebeuren dan een kwantitatieve groei. De goede voornemens van 2011 zijn dus minder zeuren, meer presteren en minder uitgeven. Het wordt een jaar van vallen en opstaan en we hopen dat de industrie er geen blauwe plekken aan overhoudt.