13 mei 1927
Aandacht voor de kunstfilm
De Moeder was door de burgemeesters van de vier grote steden verboden, omdat het “bolsjewistische propaganda” zou zijn. Dit terwijl de aandacht voor Russische films dankzij Pantserkruiser Potemkin juist enorm was in bepaalde kunstenaarskringen. Het was weer eens wat anders dan de grote, commerciële publieksfilms die toen de bioscopen domineerden.
In de nacht van 13 mei werden twee besloten vertoningen van De Moeder georganiseerd in De Kring in de hoofdstad. Deze bijeenkomst van kunstenaars mondde direct uit in de oprichting van de Filmliga. De eerste vereniging voor liefhebbers en makers van film als kunstobject was geboren. Het gezicht van de Liga werd schrijver Menno Ter Braak en na het succes in Amsterdam ontstonden er Liga’s in het hele land, met een overkoepelende Nederlandse Filmliga als gevolg.
Hoewel de Liga als zodanig al in 1933 weer ophield te bestaan, is de rol van de vereniging tot op de dag van vandaag niet meer weg te denken voor de Nederlandse artfilm.