The Miracle of Life (2013)Afgelopen zomer kreeg ik tijdens mijn vakantie een leuke email.
Hellraiser (1987)Frank Cotton is een man op zoek naar het ultieme genot.
The Texas Chain Saw Massacre (1974)Sally en haar invalide broer Franklin willen de vakantie doorbrengen in het verlaten huisje van hun grootouders.
Candyman (1992)Laatstejaarsstudente Helen Lyle maakt samen met haar vriendin Bernadette een thesis over stadslegendes.
A Nightmare on Elm Street (1984)Vier tieners hebben allen afschuwelijke nachtmerries waarin dezelfde figuur centraal staat.
03/12/2013
Big Ass Spider (2013)
Mike Mendez
Greg Grunberg, Clare Kramer, Ray Wise, Lin Shaye, Lloyd Kaufman,...
Zie meer details
Zie meer details
Met een titel als Big Ass Spider schep je natuurlijk wel enkele verwachtingen, vooral dan die betreffende een leuk kijkspektakel dat hoofdzakelijk op je lachspieren zal inwerken en minder op de fronsende capaciteit van je wenkbrauwen.
De film opent met beelden van een half verwoeste stad waarin een ietwat warrige, maar toch vastberaden man loopt. Mendez drukt hier meteen zijn stempel want, net zoals in The Convent (2000), wordt dit tafereel in slow motion getoond, vergezeld door een popsong. Die eer is in Big Ass Spider weggelegd voor Storm Large met een magistrale cover van Where is my Mind (The Pixies). Qua opener een schot in de roos waardoor je het gevoel krijgt dat de volgende 80 minuten ook wel goed zullen zitten. Na deze intro gaat de film 12u terug in de tijd en komen we te weten hoe deze puinhoop tot stand kwam.
We maken van in het begin kennis met Alex, een insectenverdelger die door een spin wordt gebeten. Hij wil zeker zijn dat hij niet werd geïnjecteerd met een dodelijk gif en raadpleegt daarom een dokter in het nabijgelegen ziekenhuis. Op het ogenblik dat hij de gepeperde factuur voor de medische kost hiervan te zien krijgt, holt er een lijkschouwer voorbij die spreekt over een aanval van een reuzenspin. Alex snelt ter hulp en biedt zijn diensten aan, er van overtuigd dat hij het monster zal vinden en doden. Al snel wordt echter duidelijk dat dit niet ‘zomaar’ een spin is, een gevoel dat versterkt wordt wanneer een goeie vijf minuten later militairen het ziekenhuis overrompelen. Zij zijn op zoek naar een speciaal lijk dat ergens in het gebouw moet liggen.
Regisseur Mendez gaat voor eenvoud en dat werkt perfect voor dit subgenre. Aan de hand van de intro en de snelle, duidelijke introductie van verhaal en personages, weet je waar je je aan mag verwachten en gaat er geen tijd verloren aan onnodige nevenzaken. Neen, Mendez kiest voor de directe confrontatie met zijn publiek en sleurt hen onmiddellijk in het verhaal. Dialogen spelen hierin geen belangrijke rol, maar de puike chemie en dito acteerprestatie van het hoofdpersonage des te meer! De casting voor Big Ass Spider was dus cruciaal en een aspect waar niet licht over werd gegaan. Uiteindelijk ging Greg Grunberg met de heldenrol lopen en krijgt hij volwaardige steun van acteur Lombardo Boyar (Jose Ramos) als sidekick, die de veiligheidsagent van het ziekenhuis vertolkt. Telkens deze twee het scherm vullen, ben je benieuwd wat ze uit hun hoed zullen toveren om uit hun benarde situatie te ontsnappen. Dat, en de vele kwinkslagen die je doen grinniken, al kan je over de humor discussiëren. Af en toe wordt er gebruik gemaakt van een ‘easy shot’, maar het geheel is nooit idioot of infantiel te noemen!
Maar dé ster van de film is natuurlijk de Big Ass Spider himself. Voor dit genre is CGI met de loop der jaren een vaststaand feit geworden. Daar zou ik een lang betoog over kunnen voeren, maar dat zal ik niet doen en me beperken tot een korte beschrijving. Persoonlijk mocht de spin er nog iets meer bad-ass uitgezien hebben. Je ziet weliswaar enige evolutie, maar mijn haren gingen er niet door rechtop staan. Waarmee ik niet wil zeggen dat de effecten niet goed waren, die overstijgen namelijk met gemak de hedendaagse standaard van de Creature Feature Films. Het was dus goed, maar dat akelige gevoel wanneer je een echt exemplaar opmerkt, gelukkig in mini-versie, bleef wat achterwege. De manier waarop de spin zijn prooien in zijn web spint om daarna te verorberen, was wel leuk gevonden, net zoals het uitje in het park waar hij mensen op de voorpoten spietst! Fun times!
Vergeet echter niet dat dit een B-film blijft die maar een bepaald niche weet aan te spreken. Het belangrijkste van het hele gebeuren is dat je het respect van Mike Mendez voelt ten opzichte van de volledige productie. Af en toe merk je gewoon de appreciatie en bewondering voor dit soort films uit het verleden. Zelfs legende Lloyd Kaufman (Troma Films) komt even piepen! Big Ass Spider is hierdoor voor mij één van de betere Creature Feature Films van de afgelopen decennia!
De film opent met beelden van een half verwoeste stad waarin een ietwat warrige, maar toch vastberaden man loopt. Mendez drukt hier meteen zijn stempel want, net zoals in The Convent (2000), wordt dit tafereel in slow motion getoond, vergezeld door een popsong. Die eer is in Big Ass Spider weggelegd voor Storm Large met een magistrale cover van Where is my Mind (The Pixies). Qua opener een schot in de roos waardoor je het gevoel krijgt dat de volgende 80 minuten ook wel goed zullen zitten. Na deze intro gaat de film 12u terug in de tijd en komen we te weten hoe deze puinhoop tot stand kwam.
We maken van in het begin kennis met Alex, een insectenverdelger die door een spin wordt gebeten. Hij wil zeker zijn dat hij niet werd geïnjecteerd met een dodelijk gif en raadpleegt daarom een dokter in het nabijgelegen ziekenhuis. Op het ogenblik dat hij de gepeperde factuur voor de medische kost hiervan te zien krijgt, holt er een lijkschouwer voorbij die spreekt over een aanval van een reuzenspin. Alex snelt ter hulp en biedt zijn diensten aan, er van overtuigd dat hij het monster zal vinden en doden. Al snel wordt echter duidelijk dat dit niet ‘zomaar’ een spin is, een gevoel dat versterkt wordt wanneer een goeie vijf minuten later militairen het ziekenhuis overrompelen. Zij zijn op zoek naar een speciaal lijk dat ergens in het gebouw moet liggen.
Regisseur Mendez gaat voor eenvoud en dat werkt perfect voor dit subgenre. Aan de hand van de intro en de snelle, duidelijke introductie van verhaal en personages, weet je waar je je aan mag verwachten en gaat er geen tijd verloren aan onnodige nevenzaken. Neen, Mendez kiest voor de directe confrontatie met zijn publiek en sleurt hen onmiddellijk in het verhaal. Dialogen spelen hierin geen belangrijke rol, maar de puike chemie en dito acteerprestatie van het hoofdpersonage des te meer! De casting voor Big Ass Spider was dus cruciaal en een aspect waar niet licht over werd gegaan. Uiteindelijk ging Greg Grunberg met de heldenrol lopen en krijgt hij volwaardige steun van acteur Lombardo Boyar (Jose Ramos) als sidekick, die de veiligheidsagent van het ziekenhuis vertolkt. Telkens deze twee het scherm vullen, ben je benieuwd wat ze uit hun hoed zullen toveren om uit hun benarde situatie te ontsnappen. Dat, en de vele kwinkslagen die je doen grinniken, al kan je over de humor discussiëren. Af en toe wordt er gebruik gemaakt van een ‘easy shot’, maar het geheel is nooit idioot of infantiel te noemen!
Maar dé ster van de film is natuurlijk de Big Ass Spider himself. Voor dit genre is CGI met de loop der jaren een vaststaand feit geworden. Daar zou ik een lang betoog over kunnen voeren, maar dat zal ik niet doen en me beperken tot een korte beschrijving. Persoonlijk mocht de spin er nog iets meer bad-ass uitgezien hebben. Je ziet weliswaar enige evolutie, maar mijn haren gingen er niet door rechtop staan. Waarmee ik niet wil zeggen dat de effecten niet goed waren, die overstijgen namelijk met gemak de hedendaagse standaard van de Creature Feature Films. Het was dus goed, maar dat akelige gevoel wanneer je een echt exemplaar opmerkt, gelukkig in mini-versie, bleef wat achterwege. De manier waarop de spin zijn prooien in zijn web spint om daarna te verorberen, was wel leuk gevonden, net zoals het uitje in het park waar hij mensen op de voorpoten spietst! Fun times!
Vergeet echter niet dat dit een B-film blijft die maar een bepaald niche weet aan te spreken. Het belangrijkste van het hele gebeuren is dat je het respect van Mike Mendez voelt ten opzichte van de volledige productie. Af en toe merk je gewoon de appreciatie en bewondering voor dit soort films uit het verleden. Zelfs legende Lloyd Kaufman (Troma Films) komt even piepen! Big Ass Spider is hierdoor voor mij één van de betere Creature Feature Films van de afgelopen decennia!
