1 maart 1928

1 maart 1928

De Bioscoopwet

De Bioscoopwet
21/02/2010
et relatief nieuwe en sterk groeiende medium film zorgt in de eerste decennia van de twintigste eeuw voor de nodige vraagstukken over de invloed die het heeft op de bevolking. Dit leidt ertoe dat in die jaren veel gemeenten (preventief) toezicht houden op de films die in hun dorp of stad vertoond worden, waardoor er zo af en toe een vertoning verboden wordt.
Rond 1920 gaat ook de centrale overheid zich met het fenomeen bioscoop bemoeien. De commissie-Ledeboer komt tot de conclusie dat vooral jongeren de nodige misdrijven afkijken van het op sensatie beluste medium. De politiek roept hierop om wetgeving, maar een eerste wetsvoorstel sneuvelt door onenigheid tussen de partijen.

In 1926 lukt het wel: de Centrale Filmkeuring wordt opgericht. Een commissie met 60 leden – die een afspiegeling vormt van het verzuilde Nederland – zal alle films op landelijk niveau gaan keuren op geweld en zedelijkheid. Gemeenten behouden daarnaast het recht om zelf in te grijpen. De wet treedt op 1 maart 1928 in werking.

Ondanks de nodige (pogingen tot) wijzigingen in de wet, houdt het geheel aan regelgeving stand tot de jaren ’70. Onder de invloed van de nieuwe moraal uit de jaren ’60 wordt in 1977 besloten de Centrale Filmkeuring te vervangen door de Nederlandse Filmkeuring. Dit nieuwe model is alleen nog maar gericht op het beschermen van jongeren; de filmkeuring voor volwassenen vervalt.

In 2001 wordt ten slotte de Kijkwijzer ingesteld.
Plaats uw reactie

Vita op 24/05/2014

De doc was er net weer op!Heb er van genoten. Toch otalrsneebvar dat iemand zich wil laten opsluiten van de buitenwereld en 25 a 35 jaar aan een boek wil werken.. crazy toch!?
Naam:
E-mail:

Uw e-mailadres wordt niet getoond.