20 april 1926
Een nieuwe stap in geluid
Door Ralph Dambacher
16/04/2010
oewel al sinds de vroegste filmexperimenten was gezocht naar manieren om geluid aan het beeld toe te voegen, waren de jaren ’20 van de twintigste eeuw doorslaggevend in het tot stand komen van de geluidsfilm.
Een van de spelers op de geluidsmarkt was Western Electric, onderdeel van de American Telephone & Telegraph Company, die onder andere het Vitaphone-systeem ontwikkelde. Vitaphone week af van alle andere systemen omdat het de soundtrack los van de film bijleverde op een schijf. Op 20 april 1926 sloot Warner als eerste grote studio een deal met Western Electric om films volgens het Vitaphone-proces te maken. In augustus van dat jaar ging Don Juan in première – de eerste film waarin Warner het geluidssysteem gebruikte. Een jaar later volgde geluidsklassieker The Jazz Singer.
Uiteindelijk legde het sound-on-disc-systeem het af tegen zijn sound-on-film concurrent. Belangrijke redenen waren de investering die bioscopen moesten maken om beide systemen te kunnen gebruiken en de foutgevoeligheid van het synchroniseren van de losse disc met het beeld. Ruim zestig jaar later werd sound-on-disc echter weer opgepakt door de ontwikkelaars van Dolby Labs, wat resulteerde in Digital Theatre Sound.
Uiteindelijk legde het sound-on-disc-systeem het af tegen zijn sound-on-film concurrent. Belangrijke redenen waren de investering die bioscopen moesten maken om beide systemen te kunnen gebruiken en de foutgevoeligheid van het synchroniseren van de losse disc met het beeld. Ruim zestig jaar later werd sound-on-disc echter weer opgepakt door de ontwikkelaars van Dolby Labs, wat resulteerde in Digital Theatre Sound.