3 mei 1948

3 mei 1948

Einde van het studiosysteem

Einde van het studiosysteem
31/01/2008
et klassieke Hollywood studiosysteem had zich in de jaren '40 als uiterst lucratief bewezen voor de machtige studio’s. Door de zogenaamde verticale integratie hielden zij zich niet alleen bezig met produceren, maar ook bezaten ze bioscopen en distributiebedrijven. Een onafhankelijke bioscoopexploitant kreeg er bijvoorbeeld geen speld tussen als hij een grote studiofilm wilde vertonen of hij moest er tegelijk meerdere afnemen (waaronder vaak B-films en zelfs niet-afgeronde producties). Tegelijkertijd konden kleine producenten hun films niet slijten aan de studiobioscopen.
"United States v. Paramount Pictures, inc." was de rechtszaak die daar definitief verandering in bracht. Na een eerdere mislukte rechtsgang tien jaar eerder werd op 3 mei 1948 het harde vonnis uitgesproken dat de verticale integratie in strijd was met het mededingingsrecht. Alle grote studio’s, waaronder uiteraard Paramount, maar ook bijvoorbeeld 20th Century Fox en Warner Bros. werden zo tegelijk door het Hooggerechtshof op hun vingers getikt.

Het gevolg was dat de markt weer open lag voor concurrentie. Vertoners konden kiezen voor kwaliteit in plaats van domweg voor een studio en kleinere productiemaatschappijen en onafhankelijke filmmakers kregen eerlijke toegang tot de filmwereld.
Naam:
E-mail:

Uw e-mailadres wordt niet getoond.