
Farewell to the King
Nick Nolte die met lange haren, ontbloot bovenlijf en zonder behoorlijk schoeisel door de jungle van Borneo rent, zich hier en daar ontfermt over een baby in de regen en filosofische teksten als ‘een mensenleven is meer waard dan goud’ scandeert, dat is een notendop Farewell to the King. Ik hoor u denken: waarom is deze film geen klassieker en waarom heb ik hem nog niet in mijn DVD-verzameling? Het antwoord op de eerste vraag zal ik hieronder uiteenzetten, en ingaand op de tweede vraag kan ik u goed nieuws melden: Limelights Pictures heeft hem onlangs opnieuw uitgebracht.Het einde van de Tweede Wereldoorlog is in zicht. Capt. Fairbourne (Nigel Havers) en Sgt. Tenga (Frank McRae) worden per parachute boven het binnenland van Borneo gedropt. Hun missie is contact te leggen met de lokale bevolking en hen rekruteren om te vechten tegen de oprukkende Japanners. De twee worden door een lokale stam gevangen genomen en worden naar de leider gebracht. Tot hun grote verbazing blijkt de koning van het volk een gedeserteerde Amerikaan te zijn. Deze Learoyd (Nick Nolte) voelt aanvankelijk niets voor een inmenging in de oorlog, maar wanneer de Japanners steeds dichterbij komen en zelfs zijn dorp bombarderen, besluit hij mee te werken met de plannen van Capt. Fairbourne.
John Milius hoorde bij het groepje briljante filmmakers dat eind jaren zestig, begin jaren zeventig graag bij elkaar over de vloer kwam en voor het eerst van zich lieten horen door films te maken die tegenwoordig terecht een klassiekerstatus krijgen toebedeeld. Martin Scorsese maakte Mean Streets, Francis Ford Coppola had uiteraard The Godfather en The Conversation, George Lucas maakte American Graffiti, maar was stiekem in gedachte al bij een ruimte-epos dat zich een sterrenstelsel hier ver van vandaan heeft afgespeeld en Steven Spielberg had iets later groot succes met Jaws.
Goed, John Milius hoort dan misschien niet helemaal in dat rijtje van goden thuis, en zelfs namen als William Friedkin, Brian DePalma en Peter Bogdanovich zullen bij meer mensen een belletje doen rinkelen. Milius bewoog zich echter wel in dezelfde kringen en maakte naam door scripts te schrijven voor films als The Life and Times of Judge Roy Bean, Jeremiah Johnson, Magnum Force en maakte even later zijn regiedebuut met Dillinger. Hij bleef naast regisseren (Big Wednesday en later natuurlijk de originele Conan the Barbarian-film) ook scripts schrijven voor zijn vrienden. Voor Spielberg 1941 en, misschien wel zijn grootste succes, de bewerking van Jospeh Conrads Heart of Darkness voor de film Apocalypse Now van Francis Ford Coppola. Eind jaren tachtig, toen het succes behoorlijk was opgedroogd greep Milius maar eens terug naar Heart of Darkness en bewerkte het erg veel gelijkenissen toonde boek L'Adieu au Roi van Pierre Schoendoerffer. Het resultaat was Farewell to the King.
Nick Nolte is natuurlijk een vreemde vent en daarom uitermate geschikt als soort van Captain Kurtz. Kurtz was misschien wat verder van de realiteit verwijderd dan Learoyd, maar wellicht dat Marlon Brando dat ook meer was dan Nolte. Waar Brando zijn beste rollen al had gespeeld toen hij junglemaf mocht spelen, stond Nolte nog relatief vroeg in zijn carrière. Nolte doet dit prima, maar neigt af en toe naar overacting (een overeenkomst met Brando). Ook begint hij naar mate de film vordert qua uiterlijk steeds meer op zanger Armand te lijken. Nigel Harves speelt wederom de Brit die zich in Azië zal moeten aanpassen (A Passage to India, Empire of the Sun), maar is een beetje kleurloos. De aandacht gaat duidelijk naar Nolte, terwijl het verhaal door de ogen van Havers wordt verteld.
Farewell to the King heeft een aardig, maar bekend uitgangspunt. Even lijkt de film nog de richting van The Thin Red Line (ook met Nolte) op te gaan, maar al snel wordt duidelijk dat hij zowel diepgang als spanning mist. De oorlogsscènes voelen bovendien langdradig aan.
De DVD van Limelights Entertainment bevat geen extra’s.







DVD

08/12/2011

Lime-Lights Pictures

16:9, Kleur

Dolby Digital 2.0, Engels

Nederlands

