Paris
Een gemiste kans
Met zo’n titel kun je een ding verwachten: dit is een film over Parijs. En zo is het. Regisseur Cédric Klapisch wil echter elke mogelijke verwarring voorkomen en begint met een uitgebreide intro waarin we – onder begeleiding van jazzmuziek – een hele rits beelden uit Parijs te zien krijgen. Na een paar minuten weten we wel dat het de bedoeling is om hier een gezellige, mooie en probleemloze wereldstad neer te zetten (probleemwijken, daklozen en criminaliteit zijn zorgvuldig weggelaten), maar goed: het zijn pas de openingcredits.Vervolgens worden we geïntroduceerd in het leven van Pierre. Pierre, een dertiger, krijgt van zijn dokter te horen dat zijn hart niet meer goed functioneert en hij heeft een transplantatie nodig. Zijn zus Elise trekt met haar drie kinderen bij hem in om voor haar broer te zorgen. Ernstig verzwakt en meer dan ooit bewust van het concept “leven” vult Pierre het wachten op een donorhart door uit zijn raam te staren. De dagelijkse en ogenschijnlijk onbelangrijke levens van de mensen op straat prikkelen zijn fantasie.
Niet alleen zit onze Pierre de hele film achter het raam, hij is ook het raam van de film. Van alle personages heeft hij als enige zo goed als geen contact met de rest, maar toch komen we af en toe terug in zijn huis om vervolgens weer meegenomen te worden in het leven van een toevallige voorbijganger aan zijn raam. Zo zien we in deze raamvertelling bijvoorbeeld hoe een Kameroense Parijzenaar langskomt terwijl hij een kaartje op de bus gaat doen; hoe dit kaartje aan komt in Kameroen; hoe de ontvanger een geheime tocht naar Europa en Parijs begint.
Geen grote intriges en climaxen, maar gewoon het dagelijks leven van de bakkersvrouw met haar bekrompen meningen, de hoogleraar-op-leeftijd die verliefd wordt op een studente en de kibbelende marktkooplui. Merkwaardig genoeg wordt dit alles helemaal zo saai nog niet, ware het niet dat twee uur wel wat lang is. Lekker onbezorgd mensen bekijken; een soap zonder “slechte tijden”. Helaas lijkt Klapisch tegen het einde wat onzeker over de climaxloze vertelvorm die hij gekozen heeft. Geleidelijk aan worden de losse verhaallijntjes, en dan met name die rond Pierres zus Elise, dikker en verdwijnen sommige personages en subplotjes geheel. Dat wat er al anderhalf uur op knappe wijze was voorkomen – het opbouwen van grote ontwikkelingen – wordt aan het eind helaas alsnog geïntroduceerd.
Hoewel Paris van begin tot eind prima weg kijkt, wekt het geheel zo een rommelige indruk. De film heeft een grote potentie om eens “wat anders” te zijn, maar uiteindelijk wordt toch snel de veilige weg ingeslagen. En dan kan zelfs de geweldige Juliette Binoch het geheel niet meer boven het gemiddelde uittrekken. Tellen we daar nog bij op dat Klapisch er niet in is geslaagd om zijn opzet in een handzamere omvang dan 130 minuten te gieten, dan is Paris vooral een gemiste kans.