
Door Bart Schut
18/04/2012
We Bought a Zoo
Mierzoet en voorspelbaar
Films over dierentuinen zijn niet leuk. Ik herhaal: films over dierentuinen zijn niet leuk. Zoo Keeper met Kevin James was waarschijnlijk de minst grappige film van 2011 en in Fierce Creatures slaagde zelfs het team van A Fish Called Wanda (en bijna de helft van het legendarisch hilarische Monty Python-team) er nauwelijks in de toeschouwer een glimlach te ontlokken. Films en zoos gaan ongeveer zo goed samen als Noord-Korea en raketproeven. Vandaar dat regisseur Cameron Crowe (Jerry Maguire, Vanilla Sky) nogal wat wenkbrauwen deed fronsen toen hij besloot het waargebeurde verhaal van Benjamin Mee, een weduwnaar die met zijn kinderen een failliete dierentuin overneemt, te verfilmen.Het resultaat, We Bought a Zoo, is om maar met de deur in huis te vallen, niet leuk. Nu is dat ook niet het enige oogmerk van de film, het is immers een comedie-drama. Een lastig genre, omdat de twee elementen niet altijd eenvoudig zijn te combineren. Lastig, maar zeker niet onmogelijk, denk aan Jason Reitmans Juno of het recente 50/50. Films die je op het ene moment van je stoel doen rollen van het lachen en het volgende je een traan laten wegpinken. Helaas, ook tot dat laatste is We Bought a Zoo niet in staat. Het drama is al bijna net zo voorspelbaar als de humor. En lieve hemel, is die voorspelbaar! Van ontsnapte slangen (is er ooit een comedy over dierentuinen gemaakt waarbij de bewoners van de zoo in hun kooien blijven?) en het sarcastische aapje (dat verdacht veel lijkt op dat uit de The Hangover Part II) op de schouder van een van de oppassers, tot de stereotiepe inspecteur als verpersoonlijking van het kwaad-met-een-knipoog.
Zoals gezegd is het drama-aspect niet veel beter. De relatie tussen Benjamin en zijn zoon Dylan (Colin Ford) is doorspekt van clichés, maar brengt tenminste nog wat emotie in de brouwerij, al is het maar voor een paar minuten: de scène waarin het tussen vader en zoon tot een uitbarsting komt, wordt onmiddellijk gevolgd door die waarin zij het goedmaken. De dood van Benjamin Mees (Matt Damon) vrouw, eigenlijk de aanleiding tot zijn besluit de dierentuin te kopen, wordt keurig onderbelicht, haast onbelicht gelaten. De dood van – spoiler alert! – tijger Spar draagt meer verdriet in zich dan die van mevrouw Mee, waarmee Crowe zich keurig houdt aan de gulden regel uit The Unbearable Lightness of Being: emotie nodig? Kill the dog.
Zo sleept de film zich van het ene cliché naar het andere en ook aan happy endings is uiteraard geen gebrek. Matt krijgt Scarlett (Johansson, de chef-oppasser), zoonlief een vriendinnetje en zelfs het weer doet mee (een zware storm, aangekondigd voor de dag van de grote opening, klaart onverklaarbaar en onverklaard op). Alleen de tijger is en blijft dood.
Sterke punten? Mwoh. Het acteerwerk van Matt Damon is solide, wat maar weer eens bewijst hoe veelzijdig hij is. Aan de andere kant is Benjamin Mee ook weer geen Charles Foster Kane of Michael Corleone. Damon geeft een paar korte Jerry Maguire-speeches en is een geloofwaardige pater familias, maar hij zal toch vooral terugverlangen naar zijn tijd als Jason Bourne en dat doet de kijker ook. Thomas Hayden Church is grappig als Mees sarcastische broer en de sterke slotscène zal de liefhebbers van mierzoet Amerikaans feel-good-drama het gevoel geven dat hun bioscoopkaartje niet helemaal weggegooid geld is - vooral als aan het einde de prachtige Stephanie Szostak (Mees overleden vrouw Katherine) in een flashback het motto van de film verzucht: “Why not?” Een vraag die schrijver/regisseur Crowe zich misschien vóór het maken van We Bought a Zoo wat vaker had moeten stellen.


Plaats uw reactie
Peter Bruitschat op 18/04/2012
"Enough is enough. I've had it with these motherfucking snakes in this motherfucking zoo!"

Ja, zeg: het leek me een geweldige film terwijl ik dat allemaal zo las, maar nu ik weet dat de tijger dood gaat, ga ik niet meer. Wat een spoiler. op 18/04/2012
Roept u maar...
