Door Veronique Kootstra
24/06/2010
The Illusionist
Traditionele, met de hand getekende animaties worden niet veel meer gemaakt in een tijdperk waarin de mogelijkheden met de hedendaagse digitale technologie eindeloos zijn. Met zijn nieuwe film The Illusionist, bewijst Silvain Chomet dat deze tradionele vorm van animatie tijdloos is. De film is visueel een kunstwerk, maar bevat ook diepgang, humor en Chomet laat zien dat dialoog niet altijd nodig is om een verhaal te vertellen.
De film is gebasseerd op een script door Jaques Tati en geadapteerd door Silvain Chomet. De goochelaar Tatischeff heeft zijn enthousiasme voor de vertoning van zijn magische trucjes verloren. Hij treed op in de jaren vijftig, in vervallen theaters in Paris voor een klein en ongeïnteresseerd publiek. Hij verlaat Parijs en reist via London naar Schotland waar hij de jonge Alice ontmoet.
De reis die Tatischeff, via de Schotse Westerse eilanden naar Edinburgh maakt, wordt op adembenemende wijze weergegeven in deze tradionele, handgetekende animatie. Het landschap van de woeste Schotse hooglanden en de onbestuimige weersomstandigheden zijn indrukwekkend. Chomet heeft ongeveer vijf jaar in Schotland heeft gewoond en dat is weerspiegeld in zijn film; hij kent Schotland, niet van foto’s of van films maar uit eigen ervaring. De film combineert het gebruik van CGI en hand-getekende animatie meestal op subtiele wijze. Er is één shot tegen het einde van de film waar Edinburgh van bovenaf wordt weergegeven, in dit geval is de CGI helaas duidelijk te onderscheiden.
De kleine details die Chomet in de film heeft verwerkt, maken het juist zo’n speciale film. Zoals bijvoorbeeld de lokaal bekende straten in Edinburgh en in één scene wordt een Jaques Tati film vertoont in één van de art-house bioscopen (die nog steeds bestaat). Maar ook de ‘verleidelijke’ sfeer van de vijftiger jaren wordt op realistische en charmante manier in de film weergegeven. De eerste paar ontmoetingen tussen Tatischeff en Alice worden vol liefde verbeeld. Beide spreken elkaars taal niet en hun communicatie bestaat voornamelijk uit handgebaren en gezichtsuitdrukkingen. In de gehele film wordt er bijna niet gesproken, maar Chomet bewijst met The Illusionist dat dialoog niet altijd nodig is. De humor is innovatief en fantasierijk, juist omdat er bijna geen gebruik van woorden wordt gemaakt. Een dronken Schot in zijn kilt komt meerdere keren in de film voor en elke keer moet het publiek lachen. Natuurlijk is het een cliché, maar Chomet portretteerd dit op een humoristische manier en het feit dat een Schots publiek er om kan lachen zegt meer dan genoeg.
De ontwikkeling van de relatie tussen Tattischef en Alice is beide mooi en ontroerend. Of zij volledig in de trucjes van de goochelaar geloofd, valt op sommige momenten te betwisten. Tattichef koopt cadeautjes voor haar die hij op een magische wijze aan haar vertoont. Daaraan voorafgaand, weet Alice altijd op een subtiele manier aan hem te laten blijken dat zij die dingen graag zou willen hebben.
The Illusionist is in alle opzichten een uitzonderlijke film; de animatie is adembenemend, het is een geweldig verhaal met humor en ontroering op intelligente wijze geïntergeerd en vaak zonder dialoog te gebruiken. Een film waar jong en oud volop van kan genieten.